De Afterparty van een loodzwaar Pinkpop

15 juni 2011

asri pinkpop 2 jongerenEn ik maar hoopvol denken dat we per ongeluk in de trein naar Chersonisos waren gestapt toen bleek dat de pinkpop-express vol zat met (excuses) boeren, luidruchtige Brabanders, Sjonnies, Anita’s en -zoals dat zo mooi in mijn maatschappijleerboek staat- normalo’s.

Naarmate we Landgraaf -of all places- naderden begon ik me steeds meer af te vragen waar in godsnaam de hippies waren gebleven. Ook op de tocht naar de camping -met onze loodzware bagage een soort militaire oefening- bleven de hippies uit. Nou goed, achter de kratten bier aanlopend en naar de vogeltjes luisterend sleepten we onszelf de overvolle camping op.

Tussen alle brabanders en boeren -die allang en breed in hun partytent brallend achter het bier zaten- zetten we zwetend onze tent op. Toen alle bagage binnen stond, en wij op onze volgeblazen matjes neerploften begon het spontaan te regenenen. We aten onze eerste kilo voedsel op, en na een half uur stonden we klaar om het festivalterrein te verkennen.De weg hoefden we niet te kennen; we werden meteen door een gigantische massa festivalgangers opgenomen. De regen was gestopt, de zon begon te schijnen en het werd bloedheet.

Over dag één heb ik weinig te vertellen, ik heb me ben ik bang een dag (te) lang verbeten over het feit dat er zo ver als ik kon kijken alleen bakvissen en sjonnies stonden en de artiesten ook op dat publiek waren afgestemd. Mijn ogen vielen de hele tijd dicht, en toen ik uiteindelijk besloot gewoon languit op het gras te gaan liggen, werd mijn schoonheidsslaapje vrijwel meteen verstoord door een of andere mafketel die vlak boven mijn hoofd ging hangen en dat ook bleef doen zodat ik wel móest opstaan. Hoogtepunt van de dag kwam uiteindelijk bij het concert van Selah Sue, een schattig meisje met een stem van hier tot tokyo en geweldig haar.

De tweede dag -het miljoenenoptreden van de arrogante coldplay-bandleden was allang weer vergeten- werd al beter. Hoewel mijn vrienden me meesleepten naar de meest drakerige optredens (graffiti 6, Simple plan) kwam er toch een soort besef van; ‘een dag zonder muziek is een dag niet geleefd, dus het is maar goed dat ik hier ben.’ Bovendien kwam mijn grote west-friese vriend Tim Knol me ontroeren met zijn vraag ‘of ie even een foto van ons mocht nemen.’ Zou ik ook doen als ik plotseling een stuk of 30000 mensen voor me had staan.

‘S avonds, nadat we een dag lang hadden gestaan en onze vermoeide hoofden door de zon en het vieze -VIEZE- terrein hadden gesleept, kwamen de Kings of Leon. Leadzanger Caleb Followill had niet veel meer te melden dan ‘dat hij een kater had en heimwee.’ Fuck you man, daar stonden we dan met zijn 60000en te wachten tot de “vermoeide” kings zouden knallen. Uiteindelijk deden ze dat ook, ergens moet het ze toch geraakt hebben dat al die Nederlanders hun liedjes mee konden brullen alsof het niks was.
Hoogtepunt van de dag was het mij onbekende Wolfmother, die uit het niets ‘Riders on the Storm’ inzette. Een geweldig nummer dat meteen een onwerkelijk mooie sfeer met zich meebracht.

De feesten ‘s nachts, op onze camping (B) waren geweldig. Toen we binnen kwamen werd mijn favoriete band de Strokes gedraaid, die moeiteloos werd afgewisseld met dubstep, house, dance en de Arctic Monkeys. We hadden nog nooit zo schaamteloos lelijk gedanst, zo vies en bezweet door een dancehall gerend, nog nooit in zoveel pits meegedraaid als toen. De sfeer was euforisch en daarom geweldig.

Maandag was verreweg de leukste dag. Hoewel we met onze brakke hoofden veels te vroeg op moesten om de tent uit te mesten en alles in te pakken, om ons vervolgens -verblijd door het met een brabants accent over de camping gebrulde weerbericht- met de massa naar het terrein te begeven, werd het leven geweldig want we kregen twee geweldige concerten van Two door cinema club en Go back to the zoo.
Vlak voor ons vertrek sprongen we op de snelle ritmes van de kaiser chiefs, en een uur later misten we met onze tassen zeulend onze aansluiting en stonden we plotseling in de stromende regen. De boodschap was duidelijk; de vreugde was eindig.

Ik had iedereen gewaarschuwd; mijn deelname aan een hype zou eenmalig zijn. Ik moet bekennen dat deze eenmalige deelname onvergetelijk was, en veel voor me betekende, aangezien mijn vriendschap met mijn twee metgezellen -om het maar even chique te zeggen- nóg hechter is geworden. Volgende keer stap ik alleen op een trein met hippies, want dan weet ik dat de muziek ook echt mijn muziek is en niet muziek van jongens die alleen al tienmiljoen fans hebben door het wasbordje dat hun buik moet voorstellen. Ontmoet mij volgend jaar op een onbekend festival met onbekende punkbandjes in een onbekend gat in Polen (met mijn bekende metgezellen!) en ik ben he-le-maal in de wolken.

Geplaatst door in de categorie Actualiteiten & NU

Reageer