Brandbrief Asri aan Presidium van de Tweede Kamer naar groeiende onzekerheid en angst bij deel Amsterdamse jongeren

Na de meest recente uitspraken van de heer Geert Wilders komt nu ook de stedelijke jongerenorganisatie Asri in actie. Daar waar iedereen spreekt over het al dan niet oproepen tot haat, discriminatie en racisme maken wij ons vooral ook grote zorgen over het klimaat van groeiende onzekerheid en angst van jonge Marokkaanse Nederlanders en sommige andere bi-culturelen. Na het horen van deze geluiden vanuit de achterban is de maat voor Asri vol.

Daar waar onze jongerenorganisatie haar achterban wijst op het constructief denken in mogelijkheden, wordt het gevoelsmatige perspectief van een deel van de Amsterdamse jongeren op basis van hun afkomst verminderd. Daarom heeft het bestuur van onze stedelijke jongerenorganisatie vandaag een brandbrief gestuurd aan het presidium van de Tweede Kamer der Staten Generaal waarin hij het presidium oproept tot distantie van de uitspraken van Geert Wilders in een gezamenlijk standpunt.

Hieronder treft u deze brief:


Tweede Kamer der Staten Generaal
t.a.v. het Presidium
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Amsterdam, 20 maar 2014

Betreft: verzoek distantiëren uitspraken Geert Wilders in gezamenlijk standpunt

Geachte leden van het presidium,

Gisteren, 19 maart 2014, heeft de heer Geert Wilders tijdens zijn toespraak op de uitslagenavond van zijn partij in Den Haag een nieuwe grens denken te leggen in de toelaatbaarheid van de zogenaamde vrijheid van meningsuiting en zijn aversie tegen burgers met een bepaalde etnische en sociaal-culturele achtergrond. In deze brief verzoeken wij, stedelijke jongerenorganisatie Asri, het presidium vriendelijk doch zeer dringend om met een gezamenlijk standpunt in scherpe bewoordingen te distantiëren van de uitspraken en hieraan gerelateerde suggesties van de heer Geert Wilders.

Vanuit onze achterban horen wij naast allerlei boze en emotionele reacties ook zorgen en angst van jongeren met een bi-culturele achtergrond. Zijn retorische vraag gisteravond aan de aanwezigen of zij meer of minder Marokkanen in Nederland willen is smakeloos, demagogisch en leidt tot veel commotie. Onze frustratie, irritatie en zorg zitten echter niet alleen in dit destructieve gebruik van de vrijheid van meningsuiting, maar vooral ook in de toevoeging die de heer Wilders nog met een glimlach aan de zaal deed: “Nou, dan gaan we dat regelen.”
Vandaag horen wij uit onze achterban diverse geluiden. Sommige jongeren zijn kwaad, anderen voelen zich gekwetst, maar ook horen wij geluiden van angst. Het maatschappelijke veiligheidsgevoel van vooral Marokkaans-Nederlandse jongeren die hun uiterste best doen om het maximale uit zichzelf te halen neemt door de recente uitspraken van de heer Wilders verder af. De eerste vragen over de ontwikkeling van perspectieven in het land van geboorte van zowel henzelf als hun ouders (lees: Nederland) hebben wij reeds gekregen. Deze gevoelens van onzekerheid en eerste tekenen van dieper ontstane angst van een deel van onze jonge burgers met een bi-culturele achtergrond achten wij zeer zorgelijk. De vileine toon van de heer Wilders tijdens zijn toespraak op de uitslagenavond van zijn partij in Den Haag reikt verder dan verkiezingsretoriek: dit gaat over de kernwaarden hoe wij met elkaar willen samenleven in Nederland.
Als stedelijke jongerenorganisatie vragen wij ons af hoe het kan dat een overheid enerzijds aan haar burgers vraagt om zich actief en constructief in te zetten middels de ‘participatiesamenleving’ en anderzijds een deel van diezelfde achterban op basis van hun afkomst – of beter geformuleerd; veelal uitsluitend op basis van de afkomst van (één van) hun (groot)ouders – al lange tijd en steeds nadrukkelijker door de heer Wilders en zijn politieke vrienden wordt neergezet als tweederangsburgers. Om ons verzoek kracht bij te zetten, hoeven wij niet nogmaals inhoudelijk gevoelige vergelijkingen te trekken met destructieve maatschappelijke periodes in het verleden. De geschiedenisboeken staan hier vol van en ook in het hedendaagse wereldnieuws komen we vergelijkbare situaties jammerlijk genoeg nog veelvuldig tegen.

Stedelijke jongerenorganisatie Asri komt op voor de belangen van en geeft al jaren een stem aan de jongeren in Amsterdam, ongeacht hun geslacht, geloof, seksuele voorkeur, genoten opleidingsniveau of etnische afkomst. Ons grootste probleem is geeneens zozeer dat wij persoonlijk walgen van de uitspraken van de heer Wilders, maar vooral dat wij in de huidige omstandigheden nauwelijks tot niet meer aan onze achterban kunnen uitleggen, dat het direct en indirect wegzetten van een bevolkingsgroep op basis van hun nationaliteit als tweederangsburgers politiek toelaatbaar is.

Wij begrijpen dat u vanuit uw positie niet op de stoel van een rechter kunt zitten. Wij begrijpen dat voor diezelfde rechter het lastig wordt getuige het feit dat er niet aan de Grondwet mag worden getoetst conform Artikel 120 van diezelfde Grondwet. Dit bemoeilijkt de juridische correctheid en interpretatie van het botsen van grondbeginselen zoals het algeheel gelijkheidsbeginsel (Gw artikel 1) en de vrijheid van meningsuiting (Gw artikel 6). Een eventuele verandering van dit toetsingsrecht is volledig ter beoordeling aan uw kamer. Een mogelijke strafrechtelijke vervolging op basis van het aanzetten tot haat is aan de onafhankelijke rechterlijke macht. Wat betreft dit laatste zal het minimaal nog lange tijd duren voor hier een definitieve rechterlijke uitspraak volgt.
Daar waar wij bewust zijn wat u niet kunt doen, willen wij u graag wijzen op datgene wat u wel kunt en onzes inziens moet doen. Onze organisatie verzoekt het presidium vriendelijk doch zeer dringend om gezamenlijk en op krachtige wijze uw stem laten horen, waarin u zeer nadrukkelijk afstand van neemt van de uitspraken en de toonzetting van de heer Wilders. Uiteindelijk bent u in de positie om als kerngroep van de volksvertegenwoordigers die onze parlementaire democratie rijk is in zeer duidelijke bewoordingen minimaal een morele grens aan te geven. Wij doen een beroep op u om op deze wijze ons de handvatten te geven om onze achterban uit te leggen, dat zij niet verward moeten raken dat dit volgens alle andere politieke partijen in enige vorm toelaatbaar is.

Afrondend, Nederland heeft een traditie van tolerantie. Dat deze niet altijd even goed wordt vorm gegeven of dat hier mogelijk te coulant mee is omgegaan, is een politieke discussie. Verder hecht onze jongerenorganisatie zeer veel waarde aan de vrijheid van meningsuiting. Deze vrijheid is een zeer groot goed. Dit geldt ook voor minder prettige meningen, mits deze inhoudelijk goed worden onderbouwd. De toevoeging van de heer Wilders die hij gisteravond op het gevraagde antwoord om te zorgen voor minder Marokkanen in Nederland met een glimlach gaf, te weten “Nou dan gaan we dat regelen”, is niet meer politiek en moreel te rechtvaardigen.

Graag zien wij uw handelen middels een gezamenlijk standpunt spoedig tegemoet.

Namens alle Amsterdamse jongeren,

Het bestuur