Jongeren eisen objectieve aanpak jeugdwerkloosheid

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bevestigt met recente bekendmakingen het beeld dat wij als jongerenorganisaties krijgen van jeugdwerkloosheid. Dagelijks horen wij tijdens activiteiten en bijeenkomsten dat er geen uitzicht is op werk, en dat programma’s die hierbij zouden moeten helpen ontoereikend zijn. Gezien de slechte economische vooruitzichten is het nu tijd voor actie! In 2010 en 2011 hebben verschillende maatschappelijke organisaties hun zorgen geuit over de ontoereikendheid van het Amsterdamse actieplan tegen jeugdwerkloosheid. Er wordt te vaak voortgeborduurd op oude actieplannen met weinig resultaat. Een nieuwe koers is nodig waarin de nadruk wordt gelegd op nut en noodzaak van gezamenlijk optrekkende sociale partners en de eigen kracht van jongeren en jongerenorganisaties.

Marie van Heassers van Jongerenorganisatie Asri geeft bijvoorbeeld aan dat initiatieven gericht op het creëren van banen geëvalueerd moeten worden door een onafhankelijke organisatie: “Vele stadsdelen in de gemeente doen met minimale middelen hun best om banen te creëren en jongeren aan het werk te helpen, terwijl de effecten hiervan achterblijven”. Momenteel pronken organisaties over hun eigen geslaagde projecten terwijl het aantal jeugdwerklozen stijgt. “Een onafhankelijke organisatie die ondersteuningstrajecten evalueert is daarom hard nodig”, aldus Marie van Heassers, coördinator van Asri.

Eerder beklaagde FNVJong zich hierover door aan te geven dat de verantwoording en de monitoring van resultaten niet te beoordelen zijn. Er is niet eens een overzicht van de totale hoeveelheid plaatsingen in verhouding met uitgevoerde projecten en de gestelde budgetten. Aan de resultaten van de voorgaande actieplannen valt niet op te maken over welke banen het gaat en voor hoe lang een geholpen werkloze kan werken. Het beoordelen van de effectiviteit van deze projecten gebeurt te vaak door bestuurders zelf. Hier is sprake van slagers die hun eigen vlees keuren.

Een onafhankelijke organisatie die ondersteuningstrajecten evalueert is daarom hard nodig!

Klachten die bij de jongerenorganisaties vaak binnenkomen gaan over de lage opkomst bij ondersteuningstrajecten voor jonge werklozen, trainers die te laat komen en incompleet lesmateriaal. Dit helpt de kwaliteit van de trainingen en de jongeren niet vooruit. Jongeren klagen over het feit dat de banen die ze uiteindelijk krijgen slechts voor een zeer korte periode zijn; aan een echte baan worden ze niet geholpen. De trajecten zijn te weinig gericht op het aanbieden van een langetermijnperspectief voor werkloze jongeren. Zolang er nog geen onafhankelijke evaluatie is van de projecten zullen deze klachten niet worden geïdentificeerd en worden de problemen niet aangepakt.

Wij pleiten voor een onafhankelijke commissie die het Amsterdamse actieplan tegen jeugdwerkloosheid beoordeelt en evalueert. Op basis hiervan kunnen succesvolle projecten beter worden geïdentificeerd en uitgebreid. In kaart moet worden gebracht welke doelen er worden gesteld, wat er beter kan in de uitvoering van de plannen en in hoeverre deze concrete doelstellingen worden behaald. Ingediende plannen moeten worden getoetst op haalbaarheid en toereikendheid, want met alleen ambitieuze doelstellingen komen jongeren niet aan het werk.

De maatschappelijke en politieke jongerenorganisaties “Asri” en de “Jonge Democraten Amsterdam” delen de zorgen van het college van B&W en willen helpen jeugdwerkloosheid effectief aan te pakken op de lange termijn.

Update: Onder anderen Het Parool en At5 hebben op maandag 15 oktober aandacht besteed aan deze kwestie.