Eigen kracht-manifest

Wikistad jongerenorganisatie Asri

Weg met Frankenstein, leve de Wikistad

Het is een vreemde paradox. Gekanker op de overheid is aan de orde van de dag. De overheidsbureaucratie wordt flink beschimpt, de verkokering aangevallen en de registratiewoede gehekeld. Maar als er bezuinigd moet worden dan reageren mensen alsof van hen iets dierbaars wordt afgepakt.

Wij willen niet langer door deze bizarre paradox gevangen worden. Als de manier waarop de overheid en instituties zijngeorganiseerd niet een onderdeel van de oplossing is, maar een onderdeel van het probleem, dan moet het snijden in de overheid en instituties ook een bevrijding kunnen zijn. De bezuinigingen kunnen een zegen zijn. Maar dat vergt wel dat er  duidelijke keuzes worden gemaakt. Wie bezuinigt door minder van hetzelfde te doen, komt bedrogen uit. Wat ons betreft moet de crisis en de noodzaak van bezuinigen worden aangegrepen om Frankenstein op alle terreinen terug te dringen en Amsterdammers weer ruimte te geven om initiatief te nemen.

Cirkels van onmacht

Drie jaar geleden heeft Lodewijk Asscher met de operatie Frankenstein het systeem van de Amsterdamse jeugdzorg in beeld gebracht. Uit die analyse werd pijnlijk duidelijk dat bij sommige gezinnen talloze hulpverleners over de vloer komen, die niet van elkaar weten wat ze doen, zich vooral met deelproblemen bezighouden en eigenlijk met elkaar ronddraaien in cirkels van onmacht. Dát is het monster van Frankenstein, dat niet alleen in de jeugdzorg aan het werk is, maar ook actief is in de sfeer van de sociale zekerheid, in de begeleiding naar werk, in de omgang van mensen met schulden, op het terrein van leefbaarheid en veiligheid of de armoedebestrijding. Ja zelfs in het onderwijs heeft Frankenstein zijn opwachting gemaakt.

Frankenstein kent vele gedaanten. Hij verschijnt in de vorm van indicaties, formulieren, protocollen, toetsen, controles, registraties en bedient zich bij voorkeur van vergaderen. En steeds is hij erop uit om burgers in de professionele systemen een plek te geven, zodat de programma’s, trajecten en behandelplannen van start kunnen en de financiering op gang komt. Zo kan het gebeuren dat mensen die werkloos zijn op bizarre re-integratietrajecten worden gezet die totaal niet bij ze passen, maar wel als afrekenbare prestatie tellen. In feite is het schering en inslag dat eigen denkbeelden en initiatieven van burgers ondergeschikt worden gemaakt aan wat in het systeem mogelijk is. Want waar Frankenstein helemaal niet in gelooft – al zal hij dat officieel altijd ontkennen – is dat burgers het beter zelf kunnen en dat professionals en ambtenaren daarvoor dienend dienen te zijn.

Al jarenlang zijn wij nu getuigen van een systematische herhaling van dezelfde fouten. Het begint er mee dat burgers in het systeem apart worden gezet en losgezongen worden van hun sociale netwerken. Vervolgens worden problemen verdeeld over meerdere professionals en in deelstukjes geknipt, waarbij samenwerking vaak ver te zoeken is. Het systeem wordt daarmee een sta-in-de-weg voor een echt productief samenspel van publieke professionals en actieve burgers.

Eigen Kracht principes

Dat het ook anders kan bewijzen de Eigen Kracht-conferenties, zoals die ondermeer in de jeugdzorg worden toegepast. Het uitgangspunt daarvan is van een verbluffende eenvoud: eigenaren van problemen zijn in principe ook bezitters van oplossingen. Wie dit uitgangspunt consequent doordenkt kan daarmee aanpak van overheden en instituties drastisch omvormen, geld besparen en Frankenstein bestrijden.

Het kan. Het gebeurt ook. De kiemen van verandering zijn al lang gezaaid. Zo is het in de jeugdzorg mogelijk om het aantal officiële interventies in gezinnen aanmerkelijk te beperken als het systeem erin zou slagen zijn oren meer te laten hangen naar de oplossingen die mensen zelf verzinnen. Dat betekent dat er een principiële erkenning moet komen dat burgers van jong tot oud het recht hebben om eerst zelf een plan te formuleren in kwesties die nu al snel voorwerp zijn van professionele interventies, zoals bijvoorbeeld  uithuisplaatsingen of onder-toezicht-stellingen. De ervaring leert namelijk dat wie echt het initiatief durft te laten aan de kring van eigen mensen snel ontdekt dat verwanten en bekenden zich tot het uiterste inspannen om het weghalen van kinderen te voorkomen. Zij komen met tal van praktische oplossingen, waarbij zij – zo leert onderzoek – op dezelfde kwesties letten als professionals als het gaat om de veiligheid van het kind.

Op het terrein van de veiligheid betekent het toepassen van eigen-kracht-principes dat de spiraal van machteloos klagen van burgers en daarop volgende krachtige beloften van autoriteiten daadwerkelijk doorbroken kan worden. Burgers in straten of in buurten maken een plan – het begint met iemand die onafhankelijk een duwtje in de rug geeft. De ervaring leert dat als zij werkelijk eigenaar zijn van zo’n bijeenkomst hun voorstellen nogal eens verrassend goed en doelmatig zijn en er een reële afweging wordt gemaakt tussen wat zij van de autoriteiten mogen verwachten en wat zij als burgers zelf bij kunnen dragen.

Failliete praktijk

Nog een voorbeeld. Armoedebestrijding in Amsterdam blinkt uit in pleisters-plakken, zo constateerde commissie-Koopmans onlangs. Bij de schuldhulp haakt driekwart  van de mensen voortijdig af. Wethouder Ossel spreekt over het failliet van de schuldhulp. Het systeem zet mensen vast in hun onmacht en onvermogen. Individuele schuldsaneringen komen er in de praktijk op neer dat mensen langdurig worden veroordeeld tot een sociaal isolement. Waarom draaien we het niet om? Vraag ook hier het netwerk naar een plan om uit de schulden te komen. Netwerken beginnen altijd met hun eigen middelen. Waarom niet dat onafhankelijke duwtje? Waarom  benutten we ook op dit terrein niet nog meer de kracht van mentoren of maatjes? Samen Wonen -Samen Leven heeft inmiddels rond een reeks steunnetwerken een uitgebreide praktijk ontwikkeld. In feite ontwikkelen dergelijke steunnetwerken zich bijna spontaan rondom de Voedselbanken. Alleen blijkt keer op keer dat de reguliere dienstverlening er geen weet van heeft en als dat wel het geval is er zich geen raad mee weet.

Bij het aan het werk helpen van werklozen, wordt het netwerk van de cliënten evenmin benut. Het is gebruikelijker om mensen naar een sollicitatiecursus te sturen dan ze te vragen of ze iemand kennen die kan helpen bij een sollicitatie. De veronderstelling is blijkbaar dat de cliënten geen behulpzame contacten hebben. Het zou daarom goed zijn als werklozen standaard wordt gevraagd om zijn sterkste contact mee te nemen naar de eerste afspraak. Als een cliënt niemand heeft die hij mee wil nemen, is er pas echt een probleem. Zo iemand kan in contact worden gebracht met vrijwilligers, die als buddy of mentor willen optreden. Er zijn genoeg Amsterdammers die zo begaan zijn met mede-Amsterdammers dat ze dat willen doen. Nog los van instanties ontstaat zo een plan hoe mensen denken aan de slag te kunnen komen en wat voor hulp daarbij van de sociale dienst of van een reïntegratiebedrijf nodig is. Die aanpak is goedkoper en effectiever dan het huidige reïntegratiecircus.

Mentale revolutie

Het moet anders. Het kan anders. De aanpak op het terrein van veiligheid, opvoeding, onderwijs, armoede, werkgelegenheid kan in Amsterdam vele malen effectiever als niet langer het oplossende vermogen van instituties maar de eigen kracht van burgers centraal komt te staan. De financiële sanering van de gemeentekassen biedt een unieke kans om deze wijze van individualiserend systeemdenken achter ons te laten en het zwaartepunt van institutionele-overheids arrangementen te verplaatsen naar de verbanden en initiatieven van burgers zelf. We moeten de crisis aangrijpen om de (dure en omslachtige) logica van de bureaucratie definitief ondergeschikt te maken aan de logica van burgers. Het is nu of nooit.

Dat vereist dus een andere manier van denken en regelen, van beheersen en besturen. Dat is een mentale en politieke revolutie waarmee we nu een begin kunnen maken. Als de politici van de stad zich deze maanden over de begrotingen buigen dan zouden ze deze omslag voor ogen moeten hebben. Dan zouden ze als eerste moeten bezuinigen op die programma’s en diensten die de burger afhankelijk maken van de overheid of instanties, die vooral uit zijn op de het voortbestaan van de logica van het eigen systeem. En ze zouden juist ruimte moeten maken voor al die initiatieven die nu al in de stad aan het ontkiemen zijn, waarbij burgers op elkaar betrokken zijn en mensen in hun eigen kracht worden aangesproken en georganiseerd. Met dat vizier kunnen politici ook veel preciezer bepalen wat zij aan zorg en hulpverlening moeten uitgeven: namelijk dat deel wat burgers in eigen kring niet kunnen vinden.

Want laten we wel wezen. We hebben het in deze stad op sociaal-maatschappelijk terrein krankzinnig ingewikkeld georganiseerd. Het is een oerwoud waar velen – als ze de toegang konden vinden – in verdwalen. We zijn zo gebiologeerd door systemen, regelingen, instellingen, controles en verantwoording dat we vergeten zijn dat de beste oplossingen vaak de meest eenvoudige zijn. Als we ons dat weer gaan beseffen hebben we het beste wapen om eindelijk Frankenstein – met pek en veren, wat ons betreft – uit de stad te verdrijven.

Mede-ondertekend door dhr. Ben Ahmed Ben Yerrou, namens Jongerenorganisatie Asri

Bron: Stad in Beweging